De homeopathische arts Wilhelm Heinrich Schüssler hield zich in de negentiende eeuw intensief bezig met mineralen in het menselijk lichaam (celzouten). Hij ontdekte dat de meeste klachten op een tekort aan mineraalzouten terug te voeren zijn en wel op een heel specifiek tekort: een tekort binnen in de cel.
Dr. Schüssler kwam tot het inzicht dat de gezondheid van de cel en daarmee de gezondheid van het lichaam beïnvloed kan worden door het aanvullen van deze tekorten.
Met bioresonantie is het mogelijk om te meten welke mineralen je tekort komt. Zodat je op heel nauwkeurige manier de juiste celzouten in kunt nemen om de tekorten aan te vullen.